Verjaardagsfeest in 10 spelletjes
Kinderboerderijen (heel Vlaanderen)
http://www.klj.be/Default.aspx?tabid=1127&language=nl-BE#5
Kids en beesten, het blijft een klassieker. Vooral als het niet bij kijken blijft, en je jonge gangsters zelf de handen uit de mouwen kunnen steken: stro vegen bij de paarden, een konijn vastpakken en knuffelen, de varkens eten geven... Op de bovenstaande webpagina van KLJ vind je kinderboerderijen over heel Vlaanderen, netjes gerangschikt per provincie. Meestal zijn ze ook in het weekend open. Kijk eerst eens op hun eigen website voor prijzen, mogelijkheden... Op een uitstap passeerden wij toevallig Pierlapont in Loppem, West-Vlaanderen. In het begin had onze jongste schrik van de paarden en koeien, maar na een tijdje trappelde hij dapper doorheen de stallen. Er staan overal bordjes met uitleg, de kids kunnen hun handen in raad-boxen steken (van welk dier is deze vacht) enz. Wie wil, kan een kort ritje maken op een paard of een pony, begeleid door de boer. Er is een hoevecafé in de oude paardestal. Woon je in de buurt? Ze hebben ook formules voor verjaardagsfeestjes en scholen.
Schattentocht (idee voor verjaardagsfeest)
Voor het verjaardagsfeest van onze oudste (7 jaar) hebben we een schattenzoektocht gedaan. Er is een beetje voorbereiding aan, maar het is enorm leuk. De meeste ideeën heb ik gevonden op het internet, en daarna vlug een tekst geschreven om een structuur en een thema te hebben. Misschien kan het je op ideeën brengen...
Zo begon de zoektocht: bij het openen van de cadeaus, bleek er plots een CD tussen te zitten die van geen enkel kind kwam. Je speelt het spel een beetje mee: hé, wat is dat?
Ik vroeg onze zoon hem in de CD-speler op het terras te steken, en toen hoorden we dit...
(De tekst heb ik laten inspreken door een collega van mij, zodat ze de stem niet herkenden. Je kunt ook een gewone cassetterecorder gebruiken, filmpjes maken op je computer waarop ze moeten klikken, de opdrachten op papier schrijven en deze in een fles steken...)
Kapitein: “Ahoy scheepsjongens. Kom eens in een kring rond mij staan, zodat je me goed kan horen. Want ik moet jullie een geheim vertellen. Ooit, heel lang geleden, was hier geen tuin, maar was dit de zee. Mijn piraten en ik vielen alle schepen aan. En we namen alle schatten mee naar huis... behalve één. Eén schat is achtergebleven, en ligt hier begraven in deze tuin. Helpen jullie hem samen met mij zoeken?”
Opdracht 1: vind de munten!
Kapitein: “Eerst moet ik weten of ik jullie kan vertrouwen. Daarom heb ik in deze tuin 5 gouden munten verstopt. Je krijgt een schattenkaart met daarop 5 foto’s. Vind de plaats waar de foto is genomen... en je vindt de munt! Breng mij de 5 munten terug... en ik geef jullie een nieuwe opdracht!”
Dit is eigenlijk het principe van een gewone fotozoekrallye. Ik heb het niet te moeilijk gemaakt, en 5 foto’s genomen van details van plekken in onze tuin, waar telkens een munt zat verstopt. De schattenkaart (foto bovenaan) is gemaakt door een collega op het werk die overweg kan met grafische programma's. De munten komen uit de Hema, waar je voor ongeveer 2,5 euro schattenzakjes ("Duikschatten") kunt kopen met plastieken diamanten, munten, zeepaardjes...
Opdracht 2: vind de bom!
Kapitein: “Tijdens een spannend avontuur, kom je heel wat gevaren tegen Je kan verzeild raken in een storm, achtervolgd worden door zeemonsters of je kan varen tegen een bom. In deze tuin ligt ook nog een bom. En ze is nog niet ontploft! Gelukkig kan je ze op tijd ontdekken door heel goed te luisteren. Wees dus heel stil, zoek de bom en breng ze –voorzichtig – terug naar hier.”
Deze is niet evident, maar wel superleuk. Opnieuw in Hema kocht ik een witte keukenwekker waar ik een bommetje op tekende, en BOM op schreef. Je verstopt hem best niet te moeilijk, ergens op oorhoogte. Het is wel belangrijk dat de kinderen heel stil zijn, dan kunnen ze het getik horen...
Opdracht 3: proeven!
Kapitein: “Wist je dat niet alle piraten gedood werden op zee? Sommigen stierven in de gevangenis, raakten verzeild in een cafégevecht of werden vergiftigd door tegenstanders. Daarom namen ze een proever in dienst. Die kon van elk gerecht en van elke drank direct zeggen wat het was... Ha, ik zou zo’n proever ook best kunnen gebruiken. Kunnen jullie, met een blinddoek om, raden wat je proeft?”
Een klassieke proeftest met blinddoek (mayonnaise, yoghurt, choco enz.).
Opdracht 4: ontcijfer de vindplaats
Kapitein: “Schattengravers, ik voel dat we steeds dichterbij de schat komen. Maar eerst moeten jullie de vindplaats ontcijferen. Je krijgt een enveloppe met daarin 5 woorden. Leg de 5 woorden in de juiste volgorde... en je vindt de schat!”
De 5 woorden in de enveloppe vormden: kijk onder de rode pijl. Tegen een stuk tuinmuur had ik een rode pijl geverfd, en ongeveer 20 centimeter diep in de aarde zat een metalen koffertje verstopt.
Opdracht 5: vind de sleutel!
Kapitein: “Hahahaha, dachten jullie dat het zo gemakkelijk ging gaan? Op elk slot past een sleutel. Op het terras en in de tuin staan in totaal 6 houten stoelen en één houten bank. Kijk telkens goed naar de onderkant en je vindt de sleutel!”
Onder één van de tuinstoelen zat de sleutel verstopt. In het koffertje zaten de rest van de duikschatten van de Hema-zakjes en kleine cadeautjes voor de kinderen.
Kapitein: "Bravo, jullie zijn de beste scheepsjongens die een piratenkapitein zich kan wensen. En nu vaar ik verder, op weg naar nieuwe avonturen. Ahoooooyyyy!!!!!
In totaal duurde de zoektocht ongeveer 3 kwartier. Ik had het bij 5 opdrachten gehouden, omdat ik op voorhand moeilijk kon inschatten of ze het leuk gingen vinden, maar het hadden er best meer mogen zijn. Je kan er ook een echte speurtocht van maken langs een landweg of in een bos, maar ik wilde liever met de kinderen in de tuin blijven. De opdrachten waren aangepast aan onze tuin. Je kunt makkelijk zelf nieuwe verzinnen, en rondkijken op het internet voor inspiratie.
In het begin moest ik de kids wel wat kalmeren, want van de opwinding liepen ze al weg voor ze de opdracht goed en wel gehoord hadden. Het was wel fantastisch om te zien hoe geboeid de kinderen naar de kapitein luisterden, en hoe ze helemaal meegingen in het verhaal. Welke opdrachten je ook verzint, zorg er wel voor dat de kinderen samenwerken, anders komen er toch weer tranen van (IK zag die munt het eerst. Nee, IK. IK. Enzovoort.)
't Amerikaantje, Belsele (bij Sint-Niklaas)
www.youtube.com/watch?v=rCcjY1u9nuw&feature=related
Zitten je kinderen in de jeugdbeweging? Dan is er vast wel een kamp of andere buitenactiviteit in het vooruitzicht. In ’t Amerikaantje (’s zondags open, supergoed, supergoedkoop...) vind je alles wat ze nodig hebben: slaapzakken, rugzakken, zaklampen, verrekijkers, eetgerief... Alles valt goed mee van prijs, en belangrijker nog, alles kan tegen een stootje. Kijk voor legerbroeken, bodywarmers, pulls, jassen... De meeste kleding is in legergroen of zeemansblauw, vermijd de opzichtige, marginale camouflagekleuren. Trek voor je bezoek even tijd uit, want door de overvolle winkel met nauwe gangen moet je bijna je weg banen. Onze oudste trok naar huis met een groene legerjas met uitneembare voering. Bedoeld om naar de jeugdbeweging te gaan, maar hij vond hem zo cool dat hij er de hele winter mee naar school is geweest. Trek je deze zomer naar de festivals, dan vind je hier voor jezelf een korte broek en legerboots. Maak je shoppinglijstje op voorhand: alle spullen staan met de prijzen vermeld op de website (met hilarische foto’s!).
Het Mijnwerkerspad, Zottegem-Brakel
In de goede oude tijd trok het arme werkvolk uit Zottegem en omstreken naar de mijnen van de Borinage. De treinreis begon om half vijf ’s morgens. In derde klasse, waar de kompels zaten, waren er maar enkele zitjes en bijna iedereen stond dus 3 uur recht in de koude, onverlichte wagons. ’t Is eens wat anders dan in de file naar Brussel zitten. Vandaag is de Lijn 82 niet meer in gebruik, en is een kort stuk ervan een fiets- en wandelpad: het Mijnwerkerspad. (zie ook het stukje over een andere voormalige spoorlijn, de Groene 62, iets lager) Het is een 6 km lang auto-, quad- en paardvrij fietspad waarop het heerlijk fietsen, rolschaatsen of wandelen is, want het pad is verhard en zeer goed berijdbaar. Ideaal voor een uitstap met de kinderen dus. Je kruist enkele keren (vrij rustige) straten. Toch je kids erop attent maken dat ze telkens moeten stoppen en voorrang verlenen. Het is even zoeken naar het vertrekpunt (Slijpstraat in Sint-Goriks-Oudenhove), maar er is een kleine parking waar je de auto kunt achterlaten. Rijd je de volledige 6 km, dan kom je uit aan de Top Bronnen in Brakel. Voor de wielerliefhebbers: ongeveer halfweg begint na 100 meter aan je linkerkant de Berendries, een nijdige kuitenbijter uit de Ronde van Vlaanderen. Als de conditie goed zit, raak je wel tot boven.
(Eigenlijk gaat het mijnwerkerspad na 1 km langs de steenweg nog verder, met ongeveer 2 km tot het weer stopt, waarna je nog kan inhaken op een stuk tot in Ronse. Maar da's dan voor kinderen die wel al vlot op de openbare weg rijden).
Technopolis, Mechelen
Schuilt er een kleine Neil Armstrong of Marie Curie in je kind? Om dat te weten te komen, ga je naar Technopolis Mechelen. Het is een gigantisch wetenschappelijk ontdekkingscentrum voor kinderen, op een speelse doe-het-zelf basis. Op 2,5 uur wandel je door 2 verdiepingen en passeer je tientallen experimenten. Bij elke proef wordt telkens een woordje uitleg gegeven, maar daar bleken vooral wij, de ouders, in geïnteresseerd te zijn. Onze (nog jonge) kinderen vonden het gewoon leuk om alles aan te raken en op de knoppen te duwen. Door de ogen van een vlieg kijken, een zeepbel van een halve meter maken, achter het stuur van een echte ambulance kruipen, digitale vlinders op je schouders laten rusten door stil te staan, balletjes de lucht in spuiten met een waterpistool, racen tegen de tijd op een hometrainer, aan een benjikoord bengelen en ervaren hoe een astronaut wandelt op de maan... Technopolis is een niet-zo-goedkope uitstap voor een regenachtige zondag (9 euro kids, 11,5 euro volwassenen). Wij komen zeker nog eens terug als de kinderen wat ouder zijn (en de proeven voor hen nog iets relevanter zijn), dan genieten ze er nóg meer van. Kijk op de website vóór je vertrekt, er zijn tijdelijke tentoonstellingen en activiteiten op speciale tijdstippen.
De Groene 62, oude spoorlijn Oostende-Torhout
http://nl.wikipedia.org/wiki/Spoorlijn_62
Onze oudste rakker fietst al flink, maar de openbare weg is soms nog te gevaarlijk. Dus zoeken we zoveel mogelijk fietsveilige omgevingen om 's zomers een langere tocht te kunnen maken. De Groene 62 is een voormalige spoorlijn, vandaag omgetoverd tot fiets- en wandelpad. Ze liep oorspronkelijk van Oostende naar Torhout en is 22 km lang. Omdat dit voor onze woud-be Tom Boonen net iets te ver is, knijp ik er een flink stuk af en starten we in het centrum van Gistel. De rode barelen houden nog trouw de wacht, maar het spoor zelf is allang verdwenen. Van hieruit is het nog 14 km. Onderweg is het zorgeloos fietsen. Af en toe steek je een straat over (geen drukke banen), maar de wegvernauwingen en stopborden zorgen ervoor dat je tijdig remt. Het laatste stuk is het trouwens het leukste, want hier rijd je in de spoorwegbedding. Zo heb je geen last van de wind, die je in sommige open stukken wél parten kan spelen. Vertrek dus liefst op een warme zondag. En vergeet je picknick niet, onderweg kom je heel wat bankjes en tafels tegen.
Krakelingenworp, Geraardsbergen
www.geraardsbergen.be (klik op toerisme)
Wanneer: voorlaatste zondag van februari
1 op 10.000. Zo groot is de kans dat je tijdens de jaarlijkse Krakelingenworp de Gouden Krakeling uit de lucht kunt plukken. Maar deze is wel ontworpen door een lokale juwelier, met goud belegd en zo'n 750 euro waard. (Eigenlijk wordt de Gouden Krakeling niet echt geworpen, wel een gewone krakeling met een briefje eraan die je kunt inruilen). Maar daarvoor alleen hoef je het niet te doen. De Krakelingenworp is op zich al een hele belevenis, met een historische stoet die vanuit het centrum van Geraardsbergen de befaamde muur omhoog klimt. Bovenaan zegenen 3 druïdes de windstreken (foto bovenaan) en drinken de burgemeester en andere prominenten (Herman De Croo nog aan toe!) levende visjes uit bokalen. Vroeger was hier flink wat protest tegen van Gaia, nu worden de visjes in alcohol verdoofd en is ook het protest, euh... verzopen. Daarna worden ongeveer 10.000 krakelingen uitgeworpen over de hoofden van het publiek. De krakelingen op zich (keiharde koekjes waarop je je tanden bijna stukbijt) vallen een beetje tegen, maar het vangen is, getuige de vele toegestroomde kids met rode wangetjes, kei- en keiplezant. Doe laagjes aan want eind februari kan het boven op de Oudeberg nog krakend koud zijn.
Provinciaal Domein Puyenbroeck, Wachtebeke
www.oost-vlaanderen.be/public/cultuur_vrijetijd/domeinen/puyenbroeck/index.cfm
Zoo, Lille (Frankrijk)
http://www.mairie-lille.fr/fr/Cadre_de_vie/Le_zoo_de_Lille
Ja, er is een zoo in Lille. Ze is veel kleiner dan die van Antwerpen of Planckendael, je vindt er geen indruwekkend grote dieren en op een uur ben je rond als je doorstapt. Maar ze is volledig gratis, en ze is open op zondag. Bovendien is rijden naar Lille (komaan jongens, we gaan naar Frankrijk) al een beetje reizen op zich. Spijtig dat er geen douaniers meer in de grenshokjes staan. Franse nummerplaten tellen kan vanaf Kortrijk. Zet je GPS aan als je Lille binnenrijdt: het is de vierde grootste stad van Frankrijk. De zoo is ongeveer 3,5 hectare groot en je vindt er 80 diersoorten. Het leukst zijn de drie grote apeneilanden. Onze verre neven deden er, toen wij er waren, precies wat je van hen verwacht: apenstreken uithalen. Verder heb je er neushoorns, antilopes, sneeuwluipaarden, lama’s, tapirs, enz. Er is ook een verduisterde hal met nachtdieren. Alle namen van dieren zijn ook in het Nederlands aangeduid. Van taalhoffelijkheid gesproken. De zoo is gelegen in een groot park met speeltuinen en openluchtcafeteria (Bois de la Citadelle). De concentratie frituur per vierkante kilometer is hier wel gevaarlijk hoog. Oppassen dat je niet in de frietjes-met-frisdrank-val trapt. Ga liever naar Vieux-Lille, het symphatieke oude stadsgedeelte, als je een terrasje wil doen. Neem hiervoor best terug de auto.
Veerboot, Schellebelle
Vlaanderen telt meer veerdiensten dan je denkt. Bovendien zijn ze een leuk (en gratis) alternatief voor de georganiseerde boottochtjes in bijvoorbeeld Brugge en Gent. Toegegeven, je zit iets minder lang op het water, maar het avontuur blijft. Ik beschrijf Schellebelle omdat dit bij wijze van spreken in onze achtertuin ligt, maar je vindt vast ook een veerboot bij jullie in de buurt. Parkeer je auto op het marktplein. Ga te voet naar het veer. Let op als je kinderwagens of fietsen meeneemt. Je kan er niet rechtstreeks op de veerboot mee rijden, je moet ze eroptillen. Eenmaal aan de overkant (Linkeroever) kan je heerlijk fietsen langs de Schelde. Hier liggen ook de Kalkense meersen. Check op het internet voor fietsroutes, er zijn er verschillende. Links fiets je tot in Gent, maar dit stuk is niet verkeersvrij. Rechts gaat het richting Dendermonde, en hier kom je geen auto's tegen. Wandel je liever, print dan op mappy.be een plannetje uit en maak een lus van 3 à 4 km. Er zijn ook 3 bewegwijzerde wandelroutes (rood 9km, groen 8 km en blauw 6 km). Eindigen doe je in café De Schelde op Linkeroever aan het veer. De cafébaas is soms ook de veerman. Leuk detail: om een overzet te vragen, moet er aan een bel getrokken worden. Laat je kinderen dit doen. Klik op de foto om deze te vergroten, dan hoef je de overzeturen niet meer op te zoeken.
Fort Napoleon, Oostende
Jongens vinden ridders leuk. En ridders wonen in kastelen. Onze zoon van 6 jaar heeft met zijn klas het Gravensteen in Gent bezocht, en was behoorlijk onder de indruk (de vergeetputten! de kantelen! de zwaarden!). In Fort Napoleon in Oostende zijn er nooit ridders geweest, wel soldaten van Napoleon. De kleine Fransman liet het fort in de negentiende eeuw bouwen uit schrik dat de Engelsen van over de zee zouden aanvallen. Zover kwam het nooit, en het fort raakte 200 jaar in verval. Sinds 2000 is het volledig gerestaureerd en kun je het bezoeken. Het is een indrukwekkend gebouw, en op het dak kun je heerlijk uitwaaien met zicht op Oostende in de verte. Als volwassene betaal je 5 euro, kinderen 2 euro. Het toffe is dat niet alleen jij, maar ook je kids een (voor hen aangepaste) audiogids krijgen. Alleen al op het juiste nummertje bij elke stop drukken, vond onze zoon superleuk. In dezelfde straat ligt ook Earth Explorer, een interactief ontdekkingscentrum dat naar verluidt de moeite is, maar wel een stuk duurder. Da’s voor de volgende keer.
De muur, Geraardsbergen
Olavs mattentaartenhuis, Brugstraat 1
Net als iedere Vlaming voel ik een zekere bewondering als ik de renners de muur van Geraardsbergen zie beklimmen. Om zelf naar boven te rijden, moeten onze kinderen nog veel boterhammen eten. Maar naar boven wandelen, kunnen we wel. Parkeer je auto op de markt in Geraardsbergen bij de kerk. Op dit plein vind je trouwens het oudste Manneken Pis van België, dat 160 jaar ouder is dan zijn veel bekendere broertje in Brussel. Wandel ongeveer 1 kilometer te voet naar de muur (volg de pijlen). Op de top is er een soort uitkijkpunt met richtingaanwijzers. Ga binnen in de kapel en brand een noveenkaars. Let op de persoonlijke (en soms aandoenlijke) bordjes met bedankingen voor genezingen. Iets drinken vóór je weer afdaalt, doe je in café Het Hemelryck. Rij Geraardsbergen niet buiten zonder échte mattentaarten te kopen (kleine, middel of grote). Ons vaste adres is Olav. Je vindt hem in de Brugstraat, vlakbij waar je je auto geparkeerd hebt. Met een beetje geluk, word je bediend door Olav zelf. Hij is een discrete, zwijgzame man met een lange rode baard. Maar zijn mattentaarten zijn oh zo lekker.
De Sierk, De Haan (Vosseslag)
Ik had beloofd geen pretparken te vermelden. Maar een echt pretpark kun je De Sierk niet noemen. Het is een doe-het-zelf-circus waar alles wordt overgelaten aan de fantasie van de kinderen. Er zijn geen mega-attracties of superachtbanen, de kinderen beleven en ontdekken er alles zelf. Ze kunnen kunstjes leren in de circustent, evenwichtsoefeningen doen op een bal, rondrijden op een eenwieler, messenwerpen met opgevulde velcro-zakjes, touwklimmen in het apenkot, op droomreis vertrekken in een echte bus, drummen in het muziekkot, op adem komen in de hangmatten... De sfeer is te vergelijken met die van het muziekfestival Dranouter. Een tikkeltje alternatief en verre van commercieel dus. In het midden, tussen alle woonwagens en tenten, is een groot terras waar je als ouder kunt bivakkeren terwijl je kinderen ravotten. Als je wil, kun je je picknick meenemen en hier opeten. Begin je bezoek met de aangeduide tour, waarbij je samen met je kinderen eerst alle woonwagens bezoekt. Mijn favoriet is die van de goochelaar, waar je je hoofd in een fruitschaal en een televisietoestel kunt steken. "Goeieavond en welkom bij het zevenuurjournaal, mijn naam is Martine Tanghe!" Vergeet je sticker niet te vragen (zie afbeelding) bij het vertrek.
Doolhof, Loppem
Afrikamuseum, Tervuren
Elke ouder zou in zijn leven minstens één keer verplicht met zijn kinderen naar het Afrikamuseum moeten gaan. Het is niet duur, het vertelt iets over de geschiedenis van ons land, en kinderen vinden de (opgezette) dieren fantastisch. Koop bij je rondleiding zeker het doe-boekje “Ogen open” (2 euro). De kinderen die wij meehadden (4, 6 en 7 jaar) waren eigenlijk net iets te jong voor sommige opdrachten, maar met onze hulp hebben ze toch alles opgelost. En ze vonden het leuk. Stapschoenen meebrengen is trouwens een must. Aan de voet van het museum heb je kilometers uitgestrekte tuinen, waarin je naar het schijnt eindeloos kunt verdwalen. Of je er af en toe een échte olifant, tijger of giraf kunt tegen het lijf loopt, zou ik niet kunnen vertellen. Oh ja, de toegangsprijs is zodanig koloniaal ouderwets dat ik ze toch even wil vermelden: 4 euro voor volwassenen, kinderen tot 12 jaar gratis.